Gebied ROOD
Je bent nu in het rode gebied op de kaart. Dat zie je in het bos aan het paaltje met de rode QR-code.
In dit gebied zie je veel natuur om je heen. Misschien kun jij de volgende vier natuurvragen wel beantwoorden.
Vraag 1: Bomen en bladeren
Bij de ingang van het Speelbos, aan het begin van het lange pad, zie je direct al heel veel verschillende bomen om je heen. En als je goed kijkt, zie je dat de stammen van de verschillende boomsoorten allemaal anders zijn. De ene stam is veel gladder dan de andere. Voel ze maar eens.
De drie boomsoorten hieronder staan allemaal in het rode gebied op de kaart. Kun jij ze vinden?
Boomsoorten hebben niet alleen verschillende stammen maar ook verschillende bladeren. Ben je in de winter in het Speelbos, dan kun je dat niet zien, want in de winter verliezen loofbomen hun blad.
Maar zie je nu wel bladeren aan de bomen, dan kun je ook zeker veel verschillende vormen ontdekken.
Heb je de bomen van de plaatjes hierboven gevonden? Kijk dan eens goed naar de vorm van hun blad. Dan kun jij vast de volgende vraag beantwoorden.
En dan nu de proef op de som, de TEST:
Bij welke boom hierboven hoort dit blad?
Ben je in het Speelbos in de herfst of in de winter? Dan zie je geen bladeren aan de bomen, maar wel knoppen. Die knoppen zien er bij alle bomen ook weer anders uit. Uit de knoppen groeien volgend voorjaar nieuwe bladeren.
Zoek jouw drie bomen van hierboven nog eens op en kijk eens goed naar de knoppen.
En dan nu de proef op de som, de TEST:
Bij welke boom hoort deze knop?
Wil jij meer weten over bomen en hun bladeren? Klik dan op: https://bomenbieb.nl/
Vraag 2: De merel en de houtduif
Heb je in het rode gebied de nestkast van de merel ontdekt?
Eigenlijk hebben merels geen nestkast nodig. Zij kunnen heel goed zelf hun nest maken. En houtduiven kunnen het ook heel goed zelf. Al lijkt de merel er toch iets meer zijn best op te hebben gedaan dan de houtduif. Wat vind jij?
Ben je nu aan het lopen? Sta dan even stil en luister eens naar de vogelgeluiden om je heen.
Zou jij een merel herkennen als hij nu zou zingen? Of een houtduif?
Nee? Zo meteen wel, Let maar op!
Luister hier maar ‘ns naar het geluid van de merel.
En luister hier ‘ns naar het geluid dat de houtduif maakt. Kun je het verschil tussen de twee vogels horen?
En dan nu de proef op de som, de TEST:
Welke vogel hoor je hier, de houtduif of de merel?
Meer weten over de houtduif? Klik hier.
Meer weten over de merel? Klik hier.
Vraag 3: Hoe oud is die boom?
Halverwege het toegangspad van het Speelbos liggen verschillende boomschijven langs de kant.
Daar kun je heel goed de jaarringen van een boom zien. Door de jaarringen van een boom te tellen, weet je hoe oud een boom is. Probeer het maar eens met de schijven op het pad.
Je kunt nog veel meer leren van jaarringen dan alleen de leeftijd van een boom. Meer weten? Kijk naar dit filmpje van School-TV (1:30 min.)
Vraag 4: De vleermuis
In het rode gebied vind je een aantal vleermuiskasten. Heb je ze al gevonden?
Een vleermuis is een heel bijzonder beestje. Waarom?
Nou, hierom. In de eerste plaats is het een zoogdier. Dat betekent dat de jongen levend geboren worden en niet uit een ei komen zoals bij vogels. Ook honden, katten en paarden zijn zoogdieren, dat wist je vast al wel. Maar wist je ook dat er maar één zoogdier op aarde is dat kan vliegen? Jawel, dat is de vleermuis. Dat maakt ‘m bijzonder.
Er zijn heel veel soorten vleermuizen in Nederland. De kleinste vleermuis, de dwergvleermuis, past in een luciferdoosje en weegt net zoveel als een suikerklontje.
De grootste vleermuis die in Nederland voorkomt, is de vale vleermuis en deze is niet groter dan 8 cm. Dus dat is eigenlijk ook nog niet zo groot.
Vleermuizen hebben slechte ogen. Die hebben ze ook niet echt nodig, want ze leven vooral ’s nachts als het donker is. Hun oren werken wel heel goed. Ze jagen op muggen, motten en kevers door gebruik te maken van sonar. Ze zenden ’n geluid uit, dat weerkaatst op voorwerpen én prooien. Zo weten ze waar hun prooi is en kunnen ze razendsnel van koers veranderen om hun prooi te vangen. Dat verklaart de rare bewegingen die ze maken bij jou in de tuin in de schemer. Dan zijn ze op zoek naar eten.
Vleermuizen slapen overdag en doen dat ondersteboven. Ze grijpen zich met hun achterpoten vast aan een ruwe ondergrond en zetten dan hun pootje ‘op slot’. Zo kost het geen energie en kunnen ze niet naar beneden vallen als ze slapen. Dat is ook handig voor hun winterslaap, want dan slapen ze wel van oktober tot april.
En dan nu de proef op de som, de TEST:
Welk dier gebruikt ook sonar bij het jagen?
Nu je weet dat vleermuizen ondersteboven hangen als ze slapen, is er nog één heel belangrijke vraag niet beantwoord: Hoe poept een vleermuis als hij ondersteboven hangt? Klik hier voor het antwoord.
Is je interesse in de vleermuis gewekt? Meer weten? Klik hier.